De leerplichtwet geeft een aantal redenen waarvoor leerlingen vrijstelling van school kunnen krijgen:
ziekte van een leerling
het vervullen van plichten, voortkomend uit godsdienst of levensovertuiging, zoals eerste communie;
vakanties buiten de vastgestelde schoolvakanties, indien het beroep van een van de ouders het alleen toelaat buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. Dit moet aangetoond worden met een werkgeversverklaring. Extra verlof voor vakantie is toegestaan:
eenmaal per schooljaar;
niet langer dan tien schooldagen;
niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar.
Andere gewichtige omstandigheden, zoals:
verhuizing naar een andere gemeente (max. 1 dag);
het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad (max. 1 dag);
bij ernstige ziekte van ouders of bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad (duur in overleg met de directeur);
bij overlijden van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad (max. 4 dagen);
bij 25-, 40-, en 50-jarig ambtsjubileum en het 12 1/2, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders (max. 1 dag);
bij gezinsuitbreiding (max. 1 dag);
bij extreem slechte weersomstandigheden;
voor andere, naar het oordeel van de directeur, belangrijke redenen.
Een verlofaanvraag moet acht weken voor aanvang schriftelijk worden ingediend bij de directeur. U ontvangt binnen twee weken schriftelijk toestemming, dan wel een afwijzing.
Als een leerling zonder toestemming afwezig is, zal de directeur dit moeten melden bij de leerplichtambtenaar.