Voor het kind de basisschool bezoekt, wordt de belevingswereld opgebouwd uit allerlei gebeurtenissen. Naarmate het kind ouder wordt, wordt de omringende wereld steeds groter.
Op De Krugerstee werken we voor wereldoriëntatie met het lesmateriaal van Blink Wereld. Deze methode is gebaseerd op onderzoekend, ontdekkend en ontwerpend leren. De 21e eeuwse vaardigheden, zoals samenwerken, kritisch denken en informatievaardigheden, komen uitgebreid aan bod. Blink Wereld is erop gericht om kinderen nieuwsgierig te maken naar de wereld en hen vooral veel zelf te laten ervaren en ontdekken. Wanneer kinderen zelf actief bezig zijn, krijgt de leerstof meer betekenis en onthouden ze beter. Ze krijgen hierdoor een goede basiskennis mee en ontwikkelen de vaardigheden die ze in het voortgezet onderwijs en in hun latere leven nodig gaan hebben.
Wereldoriëntatie in groep 3
Hier is geen aparte methode voor; dit onderdeel zit verweven in de leesmethode Lijn 3. Lijn 3 werkt methodisch, in stappen. Bij het thema vervoer leren de kinderen bijvoorbeeld van alles over diverse vervoersmiddelen en ze maken regelmatig uitstapjes.
Wereldoriëntatie in groep 4
In groep 4 staat het zelf doen en ontdekken centraal. De kinderen gaan bijvoorbeeld op zoek naar kriebelbeestjes rondom de school, ze ontwerpen hun eigen droomhuis en maken een auto die op lucht kan rijden. Elk thema bestaat uit vier lessen, waarvan de vierde les echt een maakles is. Elk thema wordt afgesloten met een korte quiz: hiermee wordt herhaald wat in de vier lessen aan bod is gekomen. Bij alle thema’s is apart aandacht voor de opbouw van woordenschat.
Wereldoriëntatie in groep 5 t/m 8
Per jaar werken de kinderen aan vijf grote thema’s over de wereld, waarin de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, techniek en burgerschap geïntegreerd aan bod komen. In deze thema’s krijgen de kinderen basiskennis aangeboden en krijgen ze de ruimte om zelf te onderzoeken wat ze interessant vinden. Na een gezamenlijke introductie van het thema, volgen er vier geleide onderzoekslessen waarin zowel kennis als vaardigheden aan bod komen. Daarna doen de kinderen een ‘test jezelf’ en vervolgens gaan ze aan de slag met een eigen onderzoek. Dat kan zelfstandig, in tweetallen of in groepjes zijn. Bij elk thema werken ze naar een gezamenlijk eindproduct toe, bijvoorbeeld een informatiemarkt over aardse extremen, een experimenteel gerecht of een partijprogramma. In de eindpresentatie leren de kinderen ook van wat hun klasgenoten hebben uitgezocht.
De thema’s bieden veel aanknopingspunten voor interessante gesprekken thuis. Mocht je leuke voorwerpen hebben die aansluiten bij een thema, neem ze dan vooral mee naar school!
Topografie in groep 5 t/m 8
In de lessen komt topografie voor wanneer dit aansluit bij het thema. Zo worden in het thema ‘Ik hou van Holland’ voor groep 5/6 de Nederlandse provincies behandeld. De 300 belangrijkste plaatsen (toponiemen) worden daarnaast geoefend via de online game Topomaster. Met deze game kunnen de kinderen zowel thuis als op school aan de slag.
Het doel van techniekonderwijs is kinderen te laten ervaren (visueel, auditief, etc.) hoe de diverse natuurlijke en technische wetten in elkaar steken. Daarnaast is techniek praktisch bezig zijn en vooral ook gewoon leuk en uitdagend.
Verkeer
Bij ons op school is verkeer een belangrijk onderwerp. De leerlingen moeten leren hoe zij rekening moeten houden met andere verkeersdeelnemers. Hiervoor beschikken wij over materiaal van Veilig Verkeer Nederland. Dit bevat een doorgaande lijn van groep 5 tot en met 8. In groep 7 nemen de kinderen deel aan een praktisch en theoretisch verkeersexamen van VVN. Het examen bestaat uit een theoretisch gedeelte dat op school wordt afgenomen en een praktisch gedeelte dat plaatsvindt in het centrum van Vaassen. Kinderen die een voldoende resultaat halen, krijgen een verkeersdiploma.
Engels
De Engelse taal is bijna niet meer weg te denken uit onze samenleving. Om onze leerlingen hier goed op voor te bereiden, krijgen zij het vak Engels vanaf groep 1. Kinderen leren op jonge leeftijd relatief eenvoudig en goed een tweede taal.
Ook ontwikkelen ze zo hun taalgevoel nog beter, wat vooral het Nederlands ten goede komt en daarmee alle andere vakgebieden. Daarnaast geef je hiermee de leerlingen een extra voorsprong in het vervolgonderwijs.